Bij tweetalig onderwijs krijg je onder meer mathematics, history, geography, biology, physical education, arts en religious education. Je hoeft niet direct perfect Engels te spreken. Gelukkig niet. Als iedereen al Engels kon, zou er geen tweetalig onderwijs bestaan. Wat je wel nodig hebt, is een goede motivatie. Je moet het leuk vinden om in twee talen les te krijgen.
Jouw vakdocenten zorgen ervoor dat je steeds beter wordt in Engels. Je krijgt bijvoorbeeld de opdracht om op een plaatje ‘the heart’ aan te wijzen. Of om 1.000.000 te zeggen. Bij tweetalig onderwijs volg je geen lessen in een onbegrijpelijke taal, maar op een andere manier. In het begin heb je misschien wat extra hulp nodig of zeg je iets fout. Dat is niet erg, want daar leer je juist van.

In de brugklas lukt het waarschijnlijk nog niet om open vragen in het Engels te beantwoorden. Wel kun je begrippen in de juiste volgorde zetten of bij een stelling aangeven of hij true of false is. Hoe beter je de taal kent, hoe meer je kunt. Je gaat bijvoorbeeld essays schrijven, houdt spreekbeurten en praat Engels bij groepsopdrachten.

In de onderbouw wordt je ingedeeld bij één van de vier 'houses'. Jullie hebben een eigen vlag, dragen dezelfde trui en maken samen afspraken. Ook doen jullie met elkaar mee aan onder meer sportdagen en kunstwedstrijden.

Een goede motivatie is belangrijk om tweetalig onderwijs te kunnen volgen. Daarnaast zijn we benieuwd naar jouw startniveau van het Engels. Dit is een gespreksonderwerp tijdens het kennismakingsgesprek. 

Je sluit de periode in de onderbouw af met een certificaat voor tweetalig onderwijs. In de bovenbouw haal je een certificaat voor Cambridge Engels. 

Tweetalig onderwijs brengt kosten met zich mee. Daarom vragen wij, naast de vrijwillige ouderbijdrage, een extra vrijwillige bijdrage van € 225,- per jaar. Hiermee betalen we projecten en excursies. Lukt het niet om de vrijwillige bijdrage te betalen, dan kun je toch tweetalig onderwijs volgen.